Eicellen: zo oud als jezelf
Rond je 25ste ben je als vrouw het vruchtbaarst, met een marge tussen 18 en 30 jaar. Ze heeft dan per cyclus 20 tot 25% kans om zwanger te worden. Vanaf haar 30ste daalt die kans gestaag. Je moet dan dus veel langer wachten om zwanger te worden. De vruchtbare jaren van een vrouw hebben alles te maken met haar voorraad eicellen. Eicellen worden reeds vóór de geboorte aangemaakt en in een onafgewerkt/onrijp stadium in de eierstokken gestockeerd. Een pasgeboren meisje beschikt over ongeveer 1 miljoen eicellen. Met deze “voorraad” moet ze het stellen. Helaas beginnen ze al van bij de geboorte af te sterven, zodat er tegen de puberteit nog zo’n 400.000 over zijn. Bij de menopauze blijven er nog maar enkele tientallen over. Als vrouw ben je vruchtbaar zolang je een goede eisprong hebt. Een pubermeisje moet een aantal cycli doormaken vooraleer ze effectief ovuleert. Hoeveel cycli precies varieert sterk en is onvoorspelbaar. Het is dus zeker belangrijk om je, als je nog piepjong bent, goed tegen zwangerschap te beschermen.
Gemiddeld vijf tot zeven jaar vóór haar laatste menstruatie houdt een vrouw op vruchtbaar te zijn. De laatste menstruatie ligt tussen de 50 en 52 jaar, dus de vruchtbaarheid houdt op rond 45 jaar, met een gemiddelde spreiding tussen 43 en 47 jaar.
Tegen die tijd heeft een vrouw zo’n 450 eisprongen gehad. Dat ze aan het begin van haar leven zoveel méér eicellen heeft, dient enerzijds om selectie mogelijk te maken, anderzijds om verlies te compenseren. Eicellen zijn de grootste cellen uit het menselijk lichaam en daardoor erg gevoelig. Iedere dag sterven er zo’n 30 eicellen af, jaarlijks ongeveer 10.000.